In één oogopslag

In één oogopslag (x 1.000 euro)

Ontwerp
begroting
2023 **

Actuele
begroting
2023 **

Jaarrekening
2023 **

Bedrag
verschil *

Lasten

656.399

677.911

611.660

66.251

Baten

-566.858

-598.022

-586.289

-11.733

Saldo van baten en lasten

89.541

79.889

25.371

54.518

Stortingen reserves

156.611

211.626

240.897

-29.271

Onttrekking reserves

-244.502

-322.247

-310.348

-11.899

Resultaat

1.650

-30.733

-44.080

13.348

*een positief verschil is voordelig
**een negatief bedrag bij resultaat is voordelig

Analyse van het resultaat

Resultaat
Het gerealiseerde resultaat (inclusief reservemutaties) bedraagt in 2023 € 44,1 miljoen voordelig. Het rekeningresultaat ten opzichte van het begrotingsresultaat is met € 13,3 miljoen toegenomen.
Het totaal saldo van baten en lasten (exclusief reservemutaties) bedraagt € 25,4 miljoen (negatief). Het saldo is hiermee € 54,5 miljoen hoger dan was begroot. De gerealiseerde baten zijn ten opzichte van de laatste begroting € 11,7 miljoen lager. Deze lagere lasten en baten worden onder de kopjes ‘Lasten’ en ‘Baten’ op hoofdlijnen verder toegelicht.
Lasten
De lasten van Provincie Noord-Holland bedroegen in 2023 € 611,7 miljoen ten behoeve van de beleidsterreinen Openbaar bestuur, Klimaat en Milieu, Ruimte en Water, Bereikbaarheid, Groen, Economie, cultuur en welzijn, Economische herstel en duurzaamheid en Financiën en Bedrijfsvoering. Deze lasten zijn € 66,3 miljoen lager dan begroot.
Het grootste verschil in de lasten ten opzichte van de begroting bestaat in de programma’s Ruimte en Water, Bereikbaarheid, Economie, cultuur en welzijn en Financiën en bedrijfsvoering.
Bij programma Ruimte en Water bestaat het grootste verschil tussen begroting en realisatie door de Samenwerkingsovereenkomst Meekoppelkansen. In de begroting was rekening gehouden met  € 15 miljoen aan lasten. € 9,6 miljoen van dit bedrag is echter een voorschot voor de jaren 2024 en 2025. Hierdoor vallen de werkelijke lasten in 2023 lager uit. Tegenover de lagere lasten staat overigens een lagere onttrekking uit de reserve.
Binnen programma Bereikbaarheid is onder andere sprake van lagere lasten bij OV-concessies van € 6 miljoen en netwerkmanagement en verkeerskundig beheer van € 2,4 miljoen. De lagere lasten bij OV-concessies worden veroorzaakt door chauffeurstekort in voornamelijk Haarlem en IJmond waar slechts 85% van de dienstregeling is gereden. Daarnaast is er een overschrijding op de laatste begrotingswijziging door een omissie in de laatste begrotingswijziging en een onderschrijding op het project Zaanbrug.
De lagere lasten binnen het programma Economie, Cultuur en welzijn wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere lasten voor subsidies UVR Rijksmonumenten (afhandeling vindt in 2024 in plaats van 2023 plaats) en lagere vaststellingen subsidies. Tegenover de lagere lasten staan ook hier lagere onttrekkingen uit de reserve.
Verder zijn de capaciteitskosten voor de provinciale organisatie lager dan begroot. Aan lonen is
€ 7,9 miljoen minder besteed door openstaande vacatures. Het is moeilijk om vaste medewerkers te werven. Daardoor staan formatieplaatsen soms langere tijd open. Daartegenover staat een stijging van de inhuurkosten ten opzichte van begroting 2023 met € 3,4 miljoen. Aan overige kosten is € 0,2 miljoen minder besteed.

Overige verschillen zijn terug te vinden in hoofdstuk jaarrekening 5.1.1.
Baten
De provincie had in 2023 € 586,3 miljoen aan baten. De grootste bronnen van inkomsten voor de provincie zijn:

  • Lokale heffingen, provinciale opcenten op de motorrijtuigenbelasting): € 234,9 miljoen;
  • Algemene uitkering vanuit het Rijk, Provinciefonds: € 290,0 miljoen;
  • Specifieke doeluitkeringen circa € 34 miljoen.
  • Ontvangen dividend: € 10,8 miljoen.

De afwijking op de baten voor 2023 bedraagt € 11,7 miljoen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het project Zaanbrug. Zowel de baten van € 14,3 miljoen als de lasten zijn € 13,4 miljoen lager dan begroot. De verklaring hiervoor is dat deze baten en lasten ten onrechte begroot waren.
Ook de overige verschillen van de baten zijn terug te vinden in hoofdstuk jaarrekening 5.1.1.
Reservemutaties
Vanuit de reserves is in 2023 € 215,2 miljoen onttrokken ten behoeve van uitgaven in 2023. Daarnaast bedroeg de vrijval € 3,8 miljoen en is € 91,4 miljoen overgeheveld naar andere reserves. De totale onttrekkingen bedragen hiermee over 2023 € 310,3 miljoen. De stortingen in de reserves, ten behoeve van uitgaven in toekomstige jaren, bedroegen in 2023 € 149,5 miljoen. De overhevelingen vanuit andere reserves bedroegen in 2023 € 91,4 miljoen. De totale stortingen bedragen hiermee over 2023 € 240,9 miljoen.
Balans
In 2023 bedroegen de bruto investeringen (na aftrek van bijdragen van derden) in openbare ruimte met maatschappelijk nut (grond-, weg- en waterbouwkundige werken) € 134 miljoen. Dit betreft onder andere investeringen in N243 (€ 18,1 miljoen), N241 (€ 19,9 miljoen) en HOV ’t Gooi (€ 13,2 miljoen).
De grootste bruto investeringen in gronden betroffen aankopen voor de realisatie van het programma NNN voor een bedrag van € 15,8 miljoen (waarvan € 2,5 miljoen gedekt door specifieke uitkering Programma Natuur) en strategische grondaankopen (€ 7,3 miljoen). Deze investeringen worden toegelicht in de paragraaf grondbeleid.
Daarnaast vonden in 2023 agiostortingen plaats in deelnemingen (verbonden partijen) die beleidsdoelen voor ons realiseren. Deze investeringen bedroegen in 2023 € 7,4 miljoen voor het Participatiefonds Duurzame Economie Noord-Holland, € 8 miljoen voor ROM Regio B.V. en € 0,9 miljoen voor Innovatiefonds Noord-Holland. Daarnaast is er een nieuwe voorziening van € 1,5 miljoen getroffen voor de deelneming InWest Regio B.V. (ROM) en heeft een vrijval uit de voorziening PDENH plaatsgevonden van € 1,2 miljoen. De liquide middelen zijn, mede als gevolg van de investeringen in vaste activa, verder afgenomen. De liquiditeit is in 2023 op peil gehouden met kasgeldleningen, met een totale omvang op 31-12-2023 van € 100 miljoen. De liquiditeitspositie wordt toegelicht in de paragraaf financiering.
De stand van de algemene reserve wordt toegelicht in de paragraaf Risicobeheersing en Weerstandsvermogen. Ook in 2023 voldeed de algemene reserve aan de normen die hiervoor zijn afgesproken. De totale omvang van de algemene reserve bedraagt eind 2023 € 119,6 miljoen.
Een volledige toelichting op de balans(mutaties) is opgenomen onder de toelichting op de balans.

Deze pagina is gebouwd op 06/10/2024 15:15:55 met de export van 06/10/2024 15:07:05