Jaarrekening

Overzicht van baten en lasten en toelichting

Wat heeft het gekost? (x € 1.000)

Programma 4

Bereikbaarheid

Jaarrekening
2022

Ontwerp begroting 2023

Actuele begroting 2023

Jaarrekening 2023

Bedrag verschil

Lasten

259.687

249.355

245.483

233.847

11.635

Baten

-19.974

-21.434

-21.666

-8.602

-13.064

Saldo van baten en lasten

239.713

227.921

223.817

225.245

-1.428

Stortingen reserves

128.851

60.245

95.171

120.430

-25.260

Onttrekking reserves

-154.532

-76.033

-70.821

-96.053

25.231

Resultaat

214.032

212.133

248.166

249.622

-1.456

Verschillenanalyse programma 4

Toelichting

Lasten

Baten

Storting

Onttrekking

Resultaat

Totaal programma 4

11.635

- 13.064

- 25.260

25.231

- 1.456

4.1.1 Mobiliteitsbeleid en -strategie opstellen
- Er is incidenteel ten behoeve van capaciteit een bedrag van € 450.000 meer besteed en daarvoor € 450.000 meer onttrokken uit de reserve. Dit is veroorzaakt door meer inhuur voor het project werkgeversaanpak. Het bedrag van € 450.000 is ook gestort vanuit OD 4.1.2.

- 443

- 450

450

- 443

4.1.2 - Mobiliteitsbeleid met partners uitvoeren: uitvoeren Mobiliteit
De hogere lasten van € 14.3 miljoen worden voor € 6 miljoen verklaard door een te lage begroting, zoals op 6 december 20023 met brief 2123420/2154883 aan PS is gemeld.
De overige hogere lasten van € 8,3 miljoen worden veroorzaakt door:
De subsidieregelingen voor infrastructuur voor o.a. gemeenten en regio’s zijn succesvol en kwamen sneller dan verwacht tot concrete aanvragen en goedgekeurde beschikkingen. Tegenover de hoger dan begrote lasten van ruim € 4 miljoen staat een evengrote hogere onttrekking aan de reserve, die daarvoor is bedoeld.

Ook een aantal grotere projecten voor mobiliteitsbeleid OV vanuit de reserve zijn sneller tot besluitvorming gekomen dan nog verwacht bij de LBW. Het betreft o.a. € 1,8 miljoen voor Pont Velsen en € 0,49 voor de Uithoornlijn en diverse kleinere projecten.
Daarnaast zijn er lagere lasten van € 0,7 omdat in MRA-verband laadpalen door efficientie door meer plaatsingen goedkoper kunnen worden geplaatst. Dit is neutraal met de lagere baten van € 0,7.

De hogere storting in de reserve van € 11,4 miljoen betreft een overheveling binnen het operationele doel volgens onze financiële verordening waarbij subsidies >1,5 miljoen in een aparte reserve per OD worden ondergebracht.
In het bedrag van de hogere onttrekking van € 24,7 wordt deze €11,4 miljoen ook onttrokken. Dit betreft dus een neutrale mutatie. Daarnaast speelt hier de eerder gemelde te lage begroting voor € 6 miljoen mee.
Daarmee blijft een € 7,3 miljoen hogere onttrekking over. Deze hangt samen met de bij lasten genoemde overbestedingen die conform het vastgestelde beleid ten laste van deze reserve zijn gebracht. Hierin is ook de overheveling naar OD 4.1.1 opgenomen t.b.v. inhuur.

- 14.310

- 782

- 11.482

24.701

- 1.873

4.1.3 - Investeringsstrategie en meerjarenprogramma:
- Er is sprake van hogere lasten doordat er meer studieopdrachten zijn gedaan.
- Er is een extra bedrag aan baten binnengekomen van € 319.000 van HHS Hollands Noorderkwartier welke niet was begroot.

- 356

319

- 37

4.2.1 OV-concessies beheren en verlenen: openbaar vervoer projecten:
Er is een bedrag van € 7 miljoen minder besteed dan was begroot door:
- Lagere lasten bij OV concessies van € 6 miljoen door chauffeurstekort in voornamelijk Haarlem IJmond waar maar 85% van de dienstregeling is gereden.
- Boeteoplegging BVOV 2023, € 1,5 miljoen hogere baten
- 2 buurtbussen minder geleverd ad € 220.000; (resterende 2 worden in 2024 geleverd)
- Lagere lasten marketingkosten ad € 100.000
- Lagere lasten doordat de plaatsing van Laadinfra door Liander is vertraagd ad € 100.000.
- Er is € 6,5 miljoen minder onttrokken aan de reserves. Dit wordt verklaard door de aanvullende onttrekking in de reserves van € 3,8 miljoen naar aanleiding van de BVOV afrekening 2021/2022 en een boete oplegging BVOV 2023. Hiernaast is er een besparing van € 2,7 miljoen op basis van de gemaakte afspraken die voortvloeien uit Transitieplan OV (8 november 2022 door GS).

8.681

1.631

- 6.557

3.756

4.3.1 Netwerkmanagement en verkeerskundig beheer
- Voor brugbediening was in 2023 € 330.000 minder nodig dan begroot, mede als gevolg van het aansluiten van objecten op de bediencentrale.
- Lagere uitgaven ter hoogte van € 433.000 voor het Regionaal Data Team en RiT. Dit betreft verschillende activiteiten van de teams waarvoor de ambitie hoger was dan gerealiseerd kon worden. Voor 2024 is daarom voorgesteld de bijdragen van de deelnemende partijen te verlagen.
- € 1,6 miljoen lagere lasten gladheidsbestrijding als gevolg van de zachte winters.
- € 1,7 miljoen lagere lasten aan Verkeersmanagement als gevolg van het langzamerhand uitfaseren van de 'oude' verkeersmanagementsystemen, met name een afname van de kosten van technisch beheer.
- Hogere energiekosten van € 1,4 miljoen als gevolg van het aflopen van het vaste contract in het voorjaar van 2023. Inmiddels is weer een vast contract gesloten.
- Als gevolg van meer dan verwachte inzet voor incidentmanagement zijn de lasten € 500.000 hoger dan begroot.
- € 466.000 hogere baten als gevolg van het niet begroot zijn van het verrekenen van de uitgaven RDT/RiT met de daarvoor in 2022 en 2023 toegekende Specifieke Uitkering voor het Regionaal iVRI Team (RiT).

1.907

466

2.373

4.4.2 Studiefase verbeter- en uitbreidingsprojecten:
- Er is € 9,8 miljoen meer onttrokken uit de reserve Ontwikkeling provinciale infrastructuur.
Dit is voornamelijk veroorzaakt door de onttrekking voor kapitaallasten. In de begroting was geen rekening gehouden met investeringsprojecten die in 2023 zouden worden afgerond. Dit betreft onder andere de projecten N231-17 OLV Greenport en HOV-03 HOV 't Gooi Huizen-Hilversum, omdat daar ten tijde van het opstellen van de begroting nog geen zicht op was.
Note: Zodra een project is opgeleverd, wordt gestart met afschrijven (dit zijn kapitaallasten).
De totale kapitaallasten ten laste van de reserve Ontwikkeling provinciale infrastructuur bedragen € 11,9 mln waarvan € 10,7 mln kapitaallasten OV-infrastructuur en € 1,2 mln kapitaallasten Weginfrastructuur.
Vanuit de reserve ontwikkeling provinciale infrastructuur wordt € 11,9 miljoen gedekt. Zie ook de stortingen bij 4.4.4.
-De extra baten ad € 818.000 ontvangen voor Getsewoude van de VRA waren niet begroot

818

9.806

10.624

4.4.4 - Plan- en realisatiefase infastructuurprojecten:
De kapitaallasten zijn hoger dan begroot, dit betreft;
- Kapitaallasten kunstwerken € 1,5 miljoen, omdat de afschrijving van de projecten MRL-07 en 24BB-95 met ingang van 2023 plaatsvindt terwijl in de begroting uitgegaan was van 2026.
- Kapitaallasten verbeter- en uitbreidingsinvesteringen voor het Integraal meerjarenprogramma infrastructuur (iMPI) ad € 0,4 miljoen. Betreft een uit diverse investeringswerken bestaande hogere kapitaallast t.o.v. de begroting, enerzijds omdat werken eerder in gebruik zijn genomen en anderzijds a.g.v. de techniek van berekening

De stortingen in de reserves kapitaallasten zijn €11,9 mln hoger dan begroot. Dit is afkomstig uit de reserve ontwikkeling proviniale infrastructuur, ten behoeve van de Kapitaallasten Kapitaallasten verbeter- en uitbreidingsinvesteringen voor het Integraal meerjarenprogramma infrastructuur (iMPI). Bovenstaande hangt samen met de investeringen van onder andere de projecten N231-17 OLV Greenport en HOV-03 HOV 't Gooi Huizen-Hilversum. (zie ook 4.4.2).

- 1.953

- 11.858

- 13.811

4.4.5 - Infrastructuur beheren en in stand houden:
- Er is € 2,4 miljoen minder onttrokken aan de reserve Groot Onderhoud wegen doordat er minder uitgaven aan variabel onderhoud zijn gedaan dan geprogrammeerd. Deze uitgaven schuiven door naar volgend jaar.
- Met betrekking tot het project Zaanbrug zijn de baten € 14,3 miljoen lager en de lasten € 13,4 miljoen lager dan begroot. De uitgaven aan de Zaanbrug zijn opgenomen op de balanspost Subsidieverplichtingen. Deze lasten worden nu daaruit betaald. Deze balanspost is eind 2020 gevormd ten laste van de reserve Mobiliteitsbeleid Derden. Omdat in de begroting nog wel rekening werd gehouden met deze lasten en baten treedt deze afwijking op.
- Er is € 1 miljoen minder uitgegeven aan baggeren bermsloten, € 0,5 miljoen minder uitgegeven aan verduurzamen infrastructuur, € 485.000 niet uitgegeven aan objectbeheer overig en € 0,5 miljoen niet uitgegeven aan objectbeheer kunstwerken.
- Er zijn minder schades aan wegen geweest waardoor er ook minder uitkeringen waren aan de baten kant. Dat resulteert in € 323.000 lagere baten.
- De werkelijke indexatie voor gebiedscontracten was € 431.000 hoger dan begroot.

14.833

- 14.586

- 2.375

- 2.128

4.4.6 - Vaarwegen beheren en in stand houden:
- Er zijn lagere lasten variabel onderhoud van € 1,287 miljoen als gevolg van niet (tijdig) uitgevoerd variabel onderhoud. Dit betreft onder andere de nog niet uitgevoerde nulmeting voor de Sluis Purmerend, uitstel van baggeren van de Amstel, van het verwijderen van de oude palenrij van de Rolpaalbrug, van het tegengaan van oneigenlijk gebruik bij vlotbruggen en nog niet geheel uitgevoerde herstelmaatregelen van remming en geleide werken. Daarom is ook € 1,287 miljoen minder onttrokken aan de reserve Groot Onderhoud Vaarwegen.
- Aan beheer en vast onderhoud van de vaarwegen is € 775.000 minder uitgegeven dan begroot. Dit betreft ook nog niet tot uitvoering gekomen werkzaamheden voor het ligplaatsenbeleid.
- Er is een bedrag van € 300.000 ten onrechte begroot als leges/baten ligplaatsen. Deze baten worden in programma Bedrijfsvoering verantwoord.

2.062

- 300

- 1.287

476

4.4.7 - Innovatieprojecten infrastructuur uitvoeren:
Er is sprake van lagere lasten van € 756.000 welke is veroorzaakt door:
- Lagere lasten Smart Mobility van € 644.000. Dit betreft vooral lager dan verwachtte projectvoortgang ten aanzien van duurzame gebiedsontwikkeling, slimme logistiek en werken, evenementen en recreatie.
- Aan Solaroad € 280.000 minder besteed als gevolg van het besluit de BV te ontbinden waardoor het pilotproject is vertraagd.
Er is € 1,5 miljoen meer gestort in de reserve kapitaallasten innovatieprojecten mobiliteit vanuit de reserve innovatieprojecten mobiliteit dan begroot. Op basis van werkelijke lasten (nacalculatie) worden de investeringsuitgaven naar de reserve Kapitaallasten overgeheveld. Het project LED-verlichting en zonnefietspad N201 betreffen investeringen. Ter dekking van de toekomstige afschrijvingen vindt overheveling plaats van de reserve innovatieprojecten mobiliteit naar de reserve kapitaallasten innovatieprojecten mobiliteit. De gerealiseerde investeringen zijn vooralsnog lager dan het krediet waardoor de overheveling van de kapitaallasten lager is.
Er is € 526.000 meer onttrokken aan de reserves:
- Als gevolg van bovengenoemde € 1,5 miljoen hogere storting in de reserve kapitaallasten is er ook € 1,5 miljoen meer onttrokken aan de reserve Innovatieprojecten mobiliteit.
- Als gevolg van bovengenoemde lagere lasten Smart Mobility en Solaroad is er € 924.000 minder onttrokken aan de reserve Innovatieprojecten mobiliteit.

756

- 1.469

526

- 187

Capaciteitskosten:
Voor de toelichting op de capaciteitskosten van programma 4. Bereikbaarheid verwijzen wij naar de toelichting in paragraaf Bedrijfsvoering.

416

416

Overige verschillen afzonderlijk programma 4 ≤ € 250.000

43

- 630

0

- 33

- 620

Deze pagina is gebouwd op 06/10/2024 15:15:55 met de export van 06/10/2024 15:07:05