Netto-vlottende schulden | 31-12-2023 | 31-12-2022 | |
|---|---|---|---|
x € 1.000 | x € 1.000 | ||
Rekening-courant verhouding met niet-financiele instellingen (Nazorgfonds) | 2.658 | 2.810 | |
Onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige financiële instellingen | 100.000 | 0 | |
Overige schulden | |||
Crediteuren | 33.841 | 169 | |
Nog af te dragen loonheffing | 5.262 | 4.697 | |
Nog af te dragen omzetbelasting | 839 | 2.119 | |
Nog af te dragen Vennootschapsbelasting | 0 | 0 | |
Nog af te dragen pensioenpremies | 1.750 | 1.614 | |
Nog te betalen Rijk | 6.844 | 7.152 | |
Nog te betalen rentelasten | 416 | 0 | |
Overige nog te betalen | 963 | 167 | |
49.915 | 15.918 | ||
Totaal netto-vlottende schulden | 152.573 | 18.728 |
In 2023 is er sprake geweest van meerdere kortlopende kasgeldlening die einde balansdatum nog open stonden. Deze zijn begin 2024 afgelost en waren nodig om aan de betaalverplichtingen op dat moment te kunnen voldoen. Voor meer inzicht verwijzen we naar de paragraaf Financiering.
De overige schulden zijn in 2023 ten opzichte van 2022 gestegen. Dit komt vooral door de post crediteuren. In voorgaande jaren is voor een kortere betalingstermijn gekozen. Hierdoor was de openstaande post laag omdat er direct werd betaald. Per 2023 is de wettelijke betalingstermijn van 30 dagen aangehouden, uitzondering daar gelaten, waarbij direct wordt betaald.