Jaarrekening

Balans en toelichting

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Inleiding

De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en gelet op artikel 216, 217 en 217a van de Provinciewet het Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 12 oktober 2021, tot vaststelling van de Financiële verordening Noord-Holland 2021, waarin de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie zijn vastgesteld.

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

De apparaatskosten zijn direct verantwoord als directe salariskosten dan wel materiële kosten op de voorgeschreven taakvelden (w.o. ook het taakveld Overhead) op basis van de bij de begroting 2023 (inclusief begrotingswijzigingen) vastgestelde verdeelsleutels. De verdeelsleutel is gebaseerd op de verwachte tijdsbesteding van het provinciaal personeel. Daarnaast is enkel een deel van de verantwoorde kosten van overhead toegerekend aan investeringsprojecten waarbij de tijdschrijfgegevens in het financiële systeem als basis dienden.
De provincie rekent geen interne rente toe aan investeringen of andere activiteiten aangezien er bij ons geen sprake is van een financieringstekort.
De lasten en baten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Baten en lasten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Dividendopbrengsten van deelnemingen zijn als baten genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar is gesteld. De in 2023 bevoorschotte (uitbetaalde voorschotten) provinciale subsidies groter dan € 1.5 miljoen worden naar rato van realisatie in de lasten genomen, de nog niet gerealiseerde lasten worden als vooruitbetaalde voorschotten in de balans opgenomen. De in 2023 toegekende provinciale subsidies (d.m.v. afgegeven subsidiebeschikkingen) kleiner dan € 1.5 miljoen zijn volledig als lasten verantwoord. Hierbij wordt de subsidielast toegerekend aan het jaar waarin de prestatie geleverd is. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanspost anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.

Vaste activa

Indien sprake is van duurzame waardevermindering, dan hebben wij hiermee in de waardering rekening gehouden.

Materiële vaste activa

De materiële vaste activa met economisch nut zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, vermeerderd met bijkomende kosten en verminderd met bijdragen van derden en cumulatieve afschrijvingen. De activa worden lineair afgeschreven. Als basis voor de berekening van de afschrijving wordt de netto aanschafwaarde gehanteerd. Na afstoting van materiële vaste activa worden boekwinsten of verliezen ten gunste of ten laste van de exploitatie verantwoord.

Gronden en terreinen

n.v.t.

Woonruimten

40

Bedrijfsgebouwen

40

Renovatie bedrijfsgebouwen

25

Machines, apparaten en installaties

15

Overige materiële vaste activa

3/10

Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut betreffen voornamelijk infrastructurele werken in de openbare ruimte, zoals aanleg en reconstructie van wegen, vaarwegen, bruggen, viaducten, groen en kunstwerken. Deze worden vermeerderd met bijkomende kosten en onder aftrek van bijdragen van derden geactiveerd. De ondergrond van deze werken wordt daarbij als integraal onderdeel van het werk beschouwd. Deze activa worden eveneens jaarlijks lineair afgeschreven in maximaal:

Grond-, weg- en waterbouwkundige werken

50

Vaarwegen

40/80

Wegen

50

Technische installaties

5/8/15

Financiële vaste activa

Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen, (overige) leningen u/g en (overige) uitzettingen zijn –tenzij hierna anders is vermeld – opgenomen tegen nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.
De onder de financiële vaste activa opgenomen deelnemingen zijn tegen nominale en/of aanschafwaarde opgenomen tenzij is gebleken dat de marktwaarde lager is dan de nominale waarde c.q verkrijgingsprijs ofwel nihil is.

Vlottende activa

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid wordt indien nodig een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt bepaald op basis van de geschatte inningskansen per individuele vordering (statische methode). De liquide middelen en overlopende activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

Vaste passiva

De reserves en voorzieningen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Uitzondering hierop is de Voorziening pensioenen (oud-) leden Gedeputeerde Staten die tegen contante waarde van de pensioenaanspraken is gewaardeerd.

Vlottende passiva

De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Niet in de balans opgenomen verplichtingen Borg- en Garantstellingen
Voor zover leningen door de provincie gewaarborgd zijn, is buiten de balanstelling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen.

Algemene grondslagen voor de Rechtmatigheidsverantwoording
De in de jaarrekening opgenomen rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld op basis van de kaders zoals besloten in de financiële verordening en de Beleidsnota Rechtmatigheid 2023-2026 en op basis van de kadernota rechtmatigheid van de Commissie BBV.
Dat betekent dat:

  • De rechtmatigheidsverantwoording toeziet op de financiële rechtmatigheid van baten, lasten, balansmutaties, alsmede de baten en lasten inzake de specifieke uitkeringen op grond van art. 17 Financiële-verhoudingswet;
  • De financiële rechtmatigheid waaronder het voorwaardencriterium, het begrotingscriterium en het misbruik & oneigenlijk gebruik criterium omvat:
    • Voor het voorwaardencriterium bestaat de norm uit het normenkader zoals op 20 december 2023 door Provinciale Staten is vastgesteld;
    • Voor het begrotingscriterium geldt dat alle overschrijdingen van lasten en investeringskredieten onrechtmatig zijn, waarbij voor een aantal scenario’s in de financiële verordening is beschreven wanneer deze overschrijdingen acceptabel zijn. Voor over- en onderscheidingen van baten, onderschrijdingen van lasten geldt dat deze als onrechtmatig zijn aangemerkt indien ze niet tijdig aan de raad zijn gemeld.
    • Ten aanzien van het M&O criterium is het M&O beleid (als onderdeel van de nota Fraudebleid) van onze organisatie leidend bij het voorkomen en opsporen van misbruik en oneigenlijk gebruik. Omdat alleen bij misbruik sprake is van een onrechtmatigheid zijn eventuele gevallen van misbruik (mits cumulatief met andere fouten of onduidelijkheden boven de verantwoordingsgrens) opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording.
  • De rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld binnen de kaders van de kadernota rechtmatigheid 2023 van de Commissie BBV alsmede onze eigen financiële verordening en Beleidsnota Rechtmatigheid. Dit betekent dat:
    • Een verantwoordingsgrens van 1 % (zijnde € 8,5 miljoen) is gehanteerd waarboven cumulatieve fouten en onduidelijkheden in de rechtmatigheidsverantwoording worden opgenomen;
    • Een rapporteringstolerantie van € 400.000 is gehanteerd waarboven fouten en onduidelijkheden in de paragraaf bedrijfsvoering worden opgenomen indien de verantwoordingsgrens wordt overschreden.
Deze pagina is gebouwd op 06/10/2024 15:15:55 met de export van 06/10/2024 15:07:05